Roeland Hendrikx Ensemble

Het Roeland Hendrikx Ensemble spitst zich toe op het rijke repertoire voor klarinet, piano en strijkers. Hoewel hij zijn naam gaf aan het ensemble, en er de drijvende kracht en inspirator van is, werkt Roeland uitsluitend met gelijken en gelijkgezinden.  

In dit programma kaderen we Brahms als volbloed Austro-Hongaar. Je reist van Moskou via Budapest terug naar Wenen. Glazunovs mysterieuze Rêverie Oriëntale voor klarinet en strijkkwartet (1886) is een vroeg muzikaal voorbeeld van oriëntalisme. Met Hongaar Rezső Kókai (1906-1962) komen we terug dichter bij huis. Zijn Quartettino (1952) voor klarinet, viool, altviool en cello is een juweel van neoklassieke innigheid: het ademt in elke frase Slavische rapsodische weemoed uit. Met Brahms’ Klarinetkwintet opus 115 kom je aan in Wenen, maar ook in de herfst van een carrière en een tijdperk. Zonder twijfel één van Brahms' meest lyrische stukken, met een ideale versmelting van de klarinet met het strijkensemble.